Bovenlokale Netwerkorganisatie voor gevangenissen

557

Wat?

Deze oproep wenst een duurzame bijdrage te leveren aan zowel centrale beleidsdoelstellingen inzake activering van kwetsbare doelgroepen als aan de transversale doelstellingen van het
Vlaams strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en geïnterneerden 2020-2025. Dit d.m.v. inzet op het vormen en/of versterken van netwerkorganisatie(s) in en rond de Vlaamse en Brusselse gevangenissen. De voorziene acties dragen op directe en/of indirecte wijze toe tot de re-integratie- en activeringskansen van
gedetineerden.

Wie?

De oproep richt zich naar het overheidsorgaan dat verantwoordelijk is voor de coördinatie van de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in en rond de Vlaamse en Brusselse gevangenissen.
Op bovenlokaal niveau wordt opgeroepen voor één project, met als voorbehouden promotor het vermelde overheidsorgaan. 

Enkel een project dat ingediend wordt door dit orgaan als administratieve penhouder en netwerkcoördinator, maar wel in een partnerschap met (bovenlokale) stakeholders die zich verenigen, komt in aanmerking voor financiering.

Acties?

Het project in deze oproep voert acties uit om op bovenlokaal niveau actief mogelijkheden te verkennen en stappen te zetten om samen met (boven)lokale stakeholders een hernieuwde netwerkorganisatie uit te bouwen die alle opportuniteiten inzake hulp- en dienstverlening in deze context optimaal benut. Het partnerschap onderzoekt hoe het concept van een moderne ‘netwerkorganisatie’ zich laat vertalen naar samenwerkingsverbanden in de eigen praktijk en definieert vervolgens samen eerste experimenten die toelaten om actiegericht te leren in het kader van hulp- en dienstverlening aan de doelgroep van gedetineerden.
Acties dragen in die zin bij aan bovenlokale visievorming omtrent een hernieuwde netwerkorganisatie/samenwerkingsmodel voor hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in Vlaanderen en Brussel.
De oproep heeft tot doel te komen tot gedragen en onderbouwde implementatiemogelijkheden voor een aangepaste netwerkorganisatie inzake hulp- en dienstverlening op bovenlokaal niveau – en dus samenwerking - om zo structureel een bijdrage te leveren aan het bewerkstelligen van de doelstellingen van het STRAP1. De voorziene acties dragen op die manier op directe en/of indirecte wijze bij tot de re-integratie- en activeringskansen van gedetineerden.

Hoeveel?

Het oproepbudget voor de oproep bedraagt 750.000,00 euro waarvan 450.000,00 euro ESF-financiering (60%) en 300.000,00 euro Vlaamse cofinanciering vanuit het beleidsdomein werk (40%).
Waar relevant kan d.m.v. personeelsinzet ook cofinanciering vanuit het beleidsdomein Justitie & Handhaving of andere publieke of private financieringsbronnen worden ingebracht. De Afdeling ESF & Duurzaam ondernemen zal in dat geval de additionaliteitsprincipes toepassen.

Hoe?

Een projectvoorstel wordt ingediend via de online ESF-applicatie. Een projectvoorstel wordt samengesteld door het beantwoorden van de inhoudelijke vragen, samen met de opmaak van een projectplanning en het opstellen van een begroting. Hiervoor stelt de afdeling ESF en Duurzaam ondernemen sjablonen ter beschikking die verplicht te gebruiken zijn.

Wanneer?

De oproep wordt opengesteld op 1 maart 2022. De oproep staat open t.e.m. 15 juni 2022.

De afdeling ESF en Duurzaam ondernemen maakt de beslissing bekend uiterlijk een maand na de laatste dag van de maand waarin het projectvoorstel werd ingediend. Een project kan steeds opstarten op de eerste dag van de maand na de bekendmaking van de positieve beslissing door de afdeling ESF en Duurzaam ondernemen. 

Looptijd?

De projecten in deze oproep hebben een variabele looptijd en starten ten vroegste op 1 april 2022 en lopen tot 31 december 2023.

Gezien de beperkte looptijd van de huidige programmaperiode 2014-2020 zal de afdeling ESF & Duurzaam ondernemen onderzoekt de afdeling ESF & Duurzaam ondernemen ten gepaste tijde of in het nieuwe operationele programma hetzij een nieuwe flankerende oproep, hetzij een aanwending van artikel 118 van de verordening 2021/1060 het meest aangewezen is om continuering te vrijwaren. Dit zal gebeuren met middelen uit het OP 2021-2027 en zal mogelijkheden tot experimenteren en/of piloteren bevatten. Dit voor projecten of instellingen die deze fase niet bereiken tijdens de looptijd van het huidige OP en/of om geleerde lessen uit de al gelopen experimenten waar mogelijk op te schalen.